Kunst

Kunstwerken bevroren in een ijsblok.

De collectie van een museum is bepalend voor de identiteit van dat museum. Toch waren museumcollecties, vooral in kunstmusea, vaak niet goed zichtbaar. Ze worden weggemoffeld, want tijdelijke tentoonstellingen krijgen meer aandacht en dus meer publiek. De laatste tijd besteden kunstmusea wel aandacht aan een goede presentatie van (hoogtepunten uit) hun collectie. Het Stedelijk Museum Schiedam heeft recent de collectiepresentatie aanmerkelijk vergroot. Mooie kunstwerken op zaal, maar de inrichting lijkt niet in alle opzichten geslaagd.
Door
Hugo Bongers

Het Stedelijk Museum Schiedam heeft een mooie collectie, maar wie weet dat? Sinds directeur Daan Schwagermann in 1954 begon met de aankoop van Cobrakunstenaars richt het museum zich in zijn verwervingen op Nederlandse kunst vanaf 1945. Opeenvolgende directeuren als Pierre Janssen en Hans Paalman hebben sterk ingekocht en ook de huidig directeur Diana Wind koopt goed in en weet fraaie schenkingen binnen te halen. Schiedam beschikt dus over een sterke collectie die helaas maar heel beperkt in eigen huis te zien was: de afgelopen jaren werd op twee onhandige museumzolders een langzaam wisselende selectie getoond.

Kunst en samenleving
Goed idee van het Stedelijk Museum Schiedam om voor de komende twee jaar nu eens op drie verdiepingen een presentatie van een grotere selectie uit de eigen collectie te presenteren. Onder de titel Ik hou van Holland. Nederlandse kunst na 1945 worden niet alleen eigen kunstwerken getoond (plus enkele bruiklenen om het beeld completer te maken), maar komt ook de inbedding van kunst in de samenleving aan de orde: “Kunstenaars signaleren en reflecteren vaak als eersten op wat er in de samenleving gebeurt, de tentoonstelling maakt dit zichtbaar”; aldus het museum, dat meer dan 100 werken van ruim 60 kunstenaars toont in combinatie met teksten en videobeelden over maatschappelijke gebeurtenissen van de laatste zestig jaar.

Het is altijd een hachelijke onderneming als een kunstmuseum brede maatschappelijke ontwikkelingen in de samenleving wil interpreteren (dat leer je niet in een studie kunstgeschiedenis) en als het een verhelderend verband wil leggen tussen die ontwikkelingen en de kunstproductie op enig moment. Jawel, ook de kunstenaar is een kind van zijn tijd, maar dat betekent nog niet dat zijn kunstwerken dus een reflectie zijn op de heersende of aankomende tijdgeest. Kunstenaars zijn geen waarzeggers en ook geen trendwatchers. Goede kunstwerken hebben voldoende betekenislagen om in alle tijden actueel te zijn. Ze zijn meer en anders dan een verslag van ontwikkelingen in de omringende samenleving.

Schriftelijke begeleiding
Gelukkig weet het Stedelijk Museum Schiedam verbaal maat te houden bij het leggen van verbanden tussen enerzijds kunstproductie en anderzijds politieke, sociale, economische en culturele ontwikkelingen. De zaalteksten zijn ingehouden.

De video’s met Polygoonjournaals kunnen wél gemist worden: die zijn te algemeen en verhelderen niet. De schriftelijke begeleiding van de tentoonstelling is overigens dik in orde. Voor 7,50 euro is er in het museum een goed vorm gegeven boekje van 150 pagina’s te koop met toegankelijke teksten over de beschreven tijdvakken, de deelnemende kunstenaars en met foto’s van hun werk.

Vol en hokkerig in een lichtblauwe schijn
Twee zaken wringen. Allereerst in de inrichting van deze collectiepresentatie. Die is vol en hokkerig. Het museum heeft er voor gekozen de teksten over kunstenaars en kunstwerken te presenteren op hoge, witte schotten. Daarop wordt na het indrukken van een lelijke zwarte voetknop een foto plus tekst geprojecteerd, in een lichte hemelsblauwe kleur. Is er niemand op zaal die een voetknop bedient dan wandelt de bezoeker door een aantal white cubes zonder tekst. Enkele leergierige bezoekers zetten de gehele zaal in een lichtblauwe schijn met nogal veel tekst en nogal veel kleine hokjes: Een storende presentatievorm.

Het museum heeft in de presentatie ook gekozen voor een wat ouderwetse opeenvolging van tijdperken, te beginnen met Cobra. Het traditionele verloop van de kunstgeschiedenis wordt in verband gebracht met enkele naoorlogse tijdsperioden (die als ondertitels meekrijgen oorlog & vrijheid, wederopbouw & welvaart, comfort & koude oorlog, identiteit & maakbaarheid en open grenzen). Door deze aanpak worden de kunstwerken gefixeerd in hun ontstaans-periode. De hokkerige inrichting van de zalen gekoppeld aan deze fixatie in de tijd leiden niet tot een actuele en spannende dialoog tussen de werken. Zij lijken op zichzelf terug geworpen te zijn. In het koele blauwe licht worden ze bevroren in hun historische status: als kunstwerken vastgevroren in een ijsblok.

Toch maar in Schiedam gaan kijken, is mijn advies. Het gaat tenslotte wel om 60 goede kunstenaars en veel goede werken. Lees zo mogelijk vooraf de tentoonstellingsgids en druk tijdens uw bezoek geen zwarte vloerknoppen in. —HB

Misschien vind je dit ook leuk