Stadmaken

De natuurlijke stad

De stad versus de natuur, zijn het twee onverenigbare uitersten? Terwijl de duurzaamheidbeweging de afgelopen jaren aan momentum heeft gewonnen, lijkt de maatschappelijke wens voor meer groen in de stad groter dan ooit. De mens rukt steeds verder op. Regenwouden worden gekapt en soorten sterven uit. En dan niet alleen Aziatische tijgers en olifanten: straks zijn er geen bijen meer en dan is het binnen een generatie of wat gedaan met de mens. U kent de verhalen.
Door
Arnold Westerhout

Intussen worden in Rotterdam stenige pleinen en lanen getransformeerd tot meer parkachtige ruimten. Het Grote Kerkplein is onlangs opgeleverd met Erasmus onder een bladerdek. Aan de Binnenrotte wordt de markt zelfs verkleind om stroken met groenzones te maken. Volgens architect Piet Vollaard en zijn stadslab ‘De Natuurlijke Stad’ betekent dit echter niet dat dankzij initiatieven als deze de biodiversiteit in de stad gewaarborgd, laat staan vergroot, wordt. Maar in de Hofpleinlijn zien zij een unieke en belangrijke kans de soortenrijkdom te vergroten. Daarvoor moet eerst het belang van plant en dier serieus genomen worden.

Natuurlijke stad

Dwars door het Oude Noorden loopt het luchtspoor van de in onbruik geraakte Hofpleinlijn; onderdeel van de vroegere spoorverbinding tussen Hofplein en Den Haag. Welbeschouwd is de lijn een gebouw van zo’n twee kilometer lang, vijf meter hoog en zes meter breed. Vanaf het moment dat bekend werd dat het dak niet meer gebruikt zou worden als spoorlijn hebben vele partijen zich gebogen over de vraag wat te doen met (of op) het dak. 

Vollaards collectief ‘De Natuurlijke Stad’ (zie kader) heeft de afgelopen vijf jaar in samenwerking met bewoners, ondernemers en aandeelhouders van de Hofpleinlijn een visie voor het gebied ontwikkeld die de nadruk legt op ecologische diversiteit. Het is een visie die van het dak geen toeristische attractie wil maken, zoiets als de New Yorkse High Line. Dit beeldbepalende project voor afgedane infrastructuur heeft veelvuldig navolging gekregen over de hele wereld. Met een budget van tientallen miljoenen euro’s leidde het tot klassieke gentrificatie van een achtergebleven stadsdeel van Manhattan. Vollaard: “Dat is dus niet wat we voor dit deel van Rotterdam moeten willen. In New York profiteerden vooral de vastgoedeigenaren, die ook in het project investeerden. Wij stellen juist natuur in de stad voorop en willen dat buurtbewoners een rol kunnen krijgen in bijvoorbeeld het onderhoud. Groenverbindingen in het Oude Noorden als de Bergsingel en de Noordsingel zijn ecologisch ronduit arm. Ze symboliseren de manier waarop we in de stad met de natuur omgaan. De oevers zijn kort gemaaid, er zijn eenzijdige boom- en plantsoorten waar de fauna nauwelijks van profiteren kan. Ons project is vooral gericht op het versterken van het ecosysteem. Met het dak van de Hofplein hebben we echt een unieke kans om inheemse beplanting en waardevolle natuur terug te brengen in de stad.”

Een ecologische verbindingslijn

Het gaat om het aanbrengen van een ecologische verbindingslijn door het creëren van een diversiteit aan biotopen. Er zou daarom onder meer een nat deel moeten komen, naast een waterzuiveringsdeel, een bloemenrijke weide en een droog deel. Dit droge deel heet ook wel een ‘bruin dak’. Het zou bestaan uit voedingsarme grond waar na verloop van tijd inheemse plantensoorten, pioniersoorten, komen te groeien. Je moet dan misschien een aantal jaar geduld hebben, maar na verloop van tijd krijg je een wilde tuin die zich ontwikkelen kan tot een divers systeem dat zichzelf in evenwicht weet te houden. Bovendien zal het aansluiten op de diersoorten die ‘van nature’ in de stad voorkomen. Kenmerkend voor succesvolle natuurontwikkeling is de aanwezigheid van vleermuizen, waarmee het trouwens al jaren slecht gaat in Rotterdam. Vollaard: “Dwergvleermuizen weten alleen hun weg te vinden als er voldoende insecten zijn en die komen af op allerlei bloemensoorten die je niet in de plantenbakken van de gemeente ziet staan.” Dit alles natuurlijk in de juiste balans, met soorten die passen binnen een stedelijk ecosysteem als dat van Rotterdam. Als je de juiste soorten weet uit te kiezen, kunnen die zichzelf bedruipen zonder intensieve bemoeienis van de mens; of de plantsoendienst. Vollaard: “De stad is bezaaid met platanen. Het zijn bomen die snel groeien, die iedereen wel mooi vindt, die onderhoudsarm zijn, die niet te veel bladeren laten vallen in de herfst, die niet te veel vogels aantrekken die op de auto’s van stadsbewoners poepen. Maar voor de biodiversiteit in de stad doen ze weinig.” 

Liever een burgerinitiatief dan een stadslab

Vollaards Natuurlijke Stad heeft de afgelopen jaren vele gesprekken gevoerd met bewoners, ondernemers, vertegenwoordigers van de gemeente en woningbouwverenigingen (de eigenaren van de Hofpleinlijn). Het doel van die bijeenkomsten was om tot een gezamenlijke visie te komen voor het dak van de lijn. Maar nu die er is, stelt de gemeente zich vreemd genoeg erg passief op. Vollaard: “Dat wil zeggen de centrale gemeente, want op wijkniveau werkt de gebiedscommissie wel erg mee, maar die heeft dan weer weinig invloed. Misschien zie ik wat wij doen wel liever als een burgerinitiatief. Stadslabs associeer ik intussen eerlijk gezegd met projecten die nergens toe leiden. We zijn echt teleurgesteld dat een visie als de onze niet de noodzakelijke steun krijgt van het stadhuis. Ik vind dat de gemeenteraad echt een standpunt moet innemen over wat ze met het dak wil doen. Vervolgens moet er concreet actie ondernomen worden en zo nodig een budget beschikbaar worden gesteld. Een publieke, maar groene ruimte vind ik van groot belang. Ik zie dan ook een belangrijke rol voor de gemeente weggelegd om hiervoor te zorgen. Zij beheren immers het publieke domein.” De gemeente gaat exclusief over de invulling van het dak van de lijn. Nu de crisis voorbij is zou je haast denken dat men wil wachten met de inrichting van het dak totdat een commerciële partij met een plan komt voor de hele Hofpleinlijn. Uiteraard zouden in dat geval investeringen terugverdiend moeten worden en ruimte voor stadsnatuur opgeofferd worden voor bijvoorbeeld horecaterrassen. Vollaard: “De vraag die je stellen kan is in hoeverre zo’n commercieel project in het belang is van de huidige bewoners van de wijk: mensen en dieren.” 

Afwijzing van initiatief

De houding van het gemeentebestuur zou je misschien kunnen zien als een afwijzing van de plannen van dit stadslab (ook al heeft De Natuurlijke Stad zich overigens nooit als zodanig gepresenteerd). Het zet je aan het denken over de werkelijke betekenis van de ‘participatiesamenleving’ en het activeren van burgers om verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen omgeving. Had ‘de terugtrekkende overheid’ er niet de mond van vol? De crisis zou unieke kansen bieden aan burgers. Het scenario waarin een initiatief als dat van De Natuurlijke Stad zomaar aan de kant zou worden geschoven – nu er weer geld bij private partijen komt – zou oneerlijk zijn. Uiteraard spreekt de lijn als nieuwe stadsattractie, als ‘icoon’, meer tot de verbeelding dan de Hofpleinlijn als ecologische verbinding. Vooral in een stad die verslaafd lijkt aan internationale erkenning voor beeldbepalende projecten. Esthetiek en economisch belang staan in dit voorbeeld haaks op de belangen van biodiversiteit. Vollaard: “De vraag die we ons moeten stellen is of we willen dat Diergaarde Blijdorp straks nog het enige gebied in de regio is met ecologische diversiteit.”•

----

Alsjeblieft geen icoon

Als een soort eindproduct heeft De Natuurlijke Stad in oktober 2016 in opdracht van de Rotterdamse dienst Stadsontwikkeling een rapport gepubliceerd waarin gedetailleerd beschreven wordt hoe dit bereikt zou kunnen worden. Ronduit verrassend is dat de kosten van inrichting op slechts een kleine drie miljoen euro zouden neerkomen. Een schijntje vergeleken met de honderdvijftig miljoen die ‘een’ High Line Park kost. Maar dat is niet de voornaamste reden waarom het Rotterdamse project niet met New York vergeleken zou moeten worden. Vollaard vertelt lachend: “Eigenlijk het laatste wat de buurt kan gebruiken is een publiekstrekker, een icoon. Alsjeblieft niet. Sterker nog: Natuur die werkelijk bij zal dragen aan een leefbare omgeving voor mensen moet in eerste instantie niet eens voor mensen ontworpen worden.” 

De Natuurlijke Stad is een door Piet Vollaard en Jacques Vink geïnitieerd samenwerkingsverband van ruimtelijk ontwerpers, landschapsarchitecten en ecologen. In opdracht van de Gemeente Rotterdam publiceerden zij oktober 2016 hun zogeheten ‘Ontwikkelstrategie: Groene Promenade op de Hofpleinlijn’. Dit rapport is te downloaden op de website www.natuurlijkestad.nl. De plannen concentreren zich op het deel tussen Heer Bokelweg en Gordelweg. In 2011 werd het vernieuwde station Hofplein al gedeeltelijk opgeleverd. 

Misschien vind je dit ook leuk