Kunst

Art Week Rotterdam 2014, een verslag

“As with every edition, Art Rotterdam will transform the city into a dynamic destination for art. February is no doubt the month to be in Rotterdam.” Met deze quote van Defne Ayas, directrice van Witte de With, opent de officiële website van de Art Rotterdam Week. Rotterdam als dé bestemming voor een internationaal kunstpubliek. Wat was er eigenlijk te zien tussen 5 en 9 februari? Wat deed dit met de stad? En vooral: wat heeft Rotterdam er aan? Een verslag.
Door
Arnold Westerhout & Hugo Bongers

De hoofdbeurs
Art Rotterdam bestond deze keer uit drie onderdelen: de Main Section, de New Art Section en Projections. Elders in de Van Nelle Fabriek was een bescheiden affordable art fair te zien. Tegenover de hoofdbeurs was door Garage Rotterdam (een particuliere presentatieplek nabij de Hoogstraat) een kleine tentoonstelling ingericht.De zeven Rotterdamse galeries die op Art Rotterdam aanwezig waren kunnen beschouwd worden als de belangrijkste Rotterdame galeries van dit moment. Zij zijn immers door de selectiecommissie van de beurs gekozen uit een groot aanbod van belangstellende galeries. Uitverkoren worden voor deze beurs is in de wereld van de Nederlandse kunsthandel meer dan een bewijs van goed gedrag. Ze kunnen worden beschouwd als Nederlandse top op basis van artistieke kwaliteit en zakelijke betrouwbaarheid.Vier van de vijf Rotterdamse galeries in de Main Section behoren al een tijd tot de hoogste categorie van het Rotterdamse galeriebestand: Cokkie Snoei (gevestigd aan de Mauritsweg), Wilfried Lenz (verstopt in het Groothandelsgebouw), Phoebus (aan de Eendrachtsweg) en RAM (sinds kort in een grote nieuwe vestiging aan de Van Vollenhovenstraat). Zij toonden op Art Rotterdam ieder drie tot vijf kunstenaars uit hun stal. Wie deze galeries de afgelopen jaren heeft gevolgd zal niet verrast zijn geweest door hun keuze voor de presentatie op de beursvloer. Ze bleven dicht bij hun gebruikelijke aanbod. De vijfde galerie in de hoofdsectie was VIVID, veeleer bekend als design gallery(en gevestigd in de voet van de Red Apple), die zich in de keuze van het werk goed aan wist te passen aan een omgeving met autonome kunst. Het getoonde design had overwegend een autonoom en conceptueel karakter. Zelfs enkele klassieke autonome sculpturen van beeldhouwer André Volten werden door VIVID te koop aangeboden. Een neon kunstwerk van het Rotterdamse kunstenaarsduo Bik Van der Pol in de stand van deze galerie liet de beursbezoekers plagerig weten: Art is either plagiarisme or revolution. Het gaf te denken.In de New Art Section troffen we twee Rotterdamse galeries: Joey Ramone en Zerp Galerie. Twee jonge galeries die zich snel hebben ontwikkeld; Joey Ramone zit nog maar kort in de Josephstraat, na een verblijf (onder de naam van Hans Bakker) in de ongelukkige ruimte en de foute omgeving van het Rotabspand in het Oude Noorden. Zic Zerp heeft na de start van zijn eigen galerie een tijdje ingewoond bij de Frank Taal Galerie en zit sinds kort in een mooie en vooral hoge ruimte aan de Van Oldenbarneveldtstraat. Beide galeries brachten op de kunstbeurs slechts één kunstenaar, Sven Akerboom bij Zerp en Roi Alter bij Joey Ramone. Dat is een gewaagde zet voor een jonge galerie, omdat de rechtvaardiging van uitverkiezing voor deze beurs slechts met de presentatie van één kunstenaar onderbouwd werd.Beide galeries slaagden erin een overtuigende tentoonstelling te realiseren, met als opvallende uitschieter de keuze van Zic Zerp voor het voor een kunstbeurs moeilijke medium film, ofwel: twee documentaire, contrastrijke zwart-wit films, vertoond op klein formaat scherm; scherp gekadreerde beelden met een grote emotionele diepgang. Gevoelig werk voor een kunstbeurs met een giga-aanbod van om aandacht vragende kunstwerken. Een opvallende keuze van Zerp voor een kunstenaar met nota bene een opleiding aan de Foto-academie Rotterdam (aan de Conradstraat); niet een opleiding waar de reguliere ‘beurskunstenaar’ vandaan komt.In de sectie Projections, een aparte beurs voor videokunst, werd een werk gedraaid van de fotografe en filmmaakster Melanie Bonajo die de MK Award 2013 heeft gewonnen. De award is opgedragen aan de in 2011 overleden Rotterdamse galeristen van de MKgalerie. RAM presenteerde in deze sectie een videowerk van de kunstenaar Priscila Fernandes. Als het gaat om video- of mediakunst is het aanbod van de Rotterdamse galeries traditioneel wat mager. Maar het is een goede zaak dat er ook deze keer aandacht was voor het medium videokunst, een moeilijke kunstdiscipline in een commerciële omgeving.Tijdens de persconferentie, op de openingsmiddag van de beurs, verantwoordde directeur Fons Hof uitgebreid de keuze voor de Van Nellefabriek. En wat bleek? Reden om te verhuizen was niet alleen de hoeveelheid ruimte en parkeergelegenheid die de locatie bood, maar ook de zogenaamde iconische kwaliteiten van het gebouw, dat sinds jaar en dag zo gewaardeerd wordt als hoogtepunt van het Nieuwe Bouwen. De keuze van Hof voor deze nieuwe locatie sluit naadloos aan bij de toename van waardering voor het complex, vooral sinds de officiële voordracht van het gebouw voor de werelderfgoedlijst van de UNESCO (een paar jaar geleden). Het daadwerkelijk toekennen van het predicaat zal de internationale aandacht voor de Van Nelle alleen maar vergroten. Zonneklaar is de keuze voor deze locatie – simpelweg – om de hoeveelheid parkeerplaatsen en presentatieruimte echter niet. De beurs had daarvoor net zo goed naar Ahoy’ kunnen gaan, het vroegere Postkantoor kunnen reserveren of wellicht een flinke hoeveelheid leegstaande kantoorruimte in de stad in kunnen nemen. De Van Nellefabriek is immers evenmin een vanzelfsprekende expositieruimte.Hoe beroemd ook, het complex ligt niet hartje stad, buiten een busverbinding is de ontsluiting schaars. Bovendien loop je niet na afloop van het beursbezoek even de Bijenkorf of Hotel New York binnen om de ogen te wassen of een lunch te nuttigen (alles beter dan opgeleverd te zijn aan een waanzinnig duur beursbuffet). Nee, het moest daar om de plek. Je kan je dan niet anders voorstellen dan dat bezoekers zullen weten dat ze in de Van Nellefabriek zijn, toch? Niet dus. De beursstands bezetten vrijwel elke vierkante meter, zo goed als geen ruimte overlatend voor daglicht door de prachtige ramen van het gebouw. De meeste van de karakteristieke pijlers waren evenzeer weggewerkt, waardoor de relatie van de beurs met het gebouw haast onzichtbaar gemaakt werd.  

RAW Art Fair
Na de Fenixloods in 2012 en Pakhuis Santos in 2013 verliet RAW voor de derde editie Katendrecht om zich te vestigen op de nabije Wilhelminapier. En wel op het voormalige hoofdpodium van Art Rotterdam: de Cruiseterminal. Hoewel verre van ruw of grof was de sfeer er – vooral vergeleken met Art Rotterdam – opvallend ongedwongen. Er was niet alleen meer ruimte tussen de stands, waardoor het nooit vervelend druk werd, maar ook in de stands. Hierdoor konden galeriehouders wat meer uitpakken. Naast het gegeven dat de beurs minder dichtbebouwd, daardoor ongedwongener en informeler was, droeg het altijd spectaculaire uitzicht op de rivier en de skyline bij aan de goede sfeer. Kunstpresentatie, gebouw en stad waren visueel meer op elkaar betrokken dan in de Van Nelle mogelijk bleek. Wil je een kunstbeurs zien als een (cultureel) uitje, als een beleving zo u wilt, dan was RAW het meest geslaagd.Op de RAW Art Fair in de Cruise Terminal konden we negen Rotterdamse galeries tellen. Naast Phoebus, die ook op de hoofdbeurs in de Van Nellefabriek present was, stonden er vertrouwde Rotterdamse galeries als Contempo (Heemraadssingel), Mirta Demare (Bergsingel), Galerie Kralingen (Gashouderstraat) en de WTC Art Gallery aan de Meent. Mirta Demare durfde het aan een mooie solotentoonstelling te brengen met werk van de Rotterdamse kunstenaar Sandro Setola. Relatief jonge, minder bekende galeries waren er ook: Untitled (Bergweg) van fotograaf Lenny Oosterwijk, Boomberg Art (Taxusstraat) en de Bob Smit Gallery (Putsebocht). Smit is vooral bekend als initiatiefnemer en organisator van de RAW Art Fair en kan beschouwd worden als de motor achter deze ‘alternatieve’ beurs in de Cruise Terminal. Of we de negende van dit lijstje, Buro Rotterdam, nog een galerie mogen noemen is (met het vertrek van galeriehouder Dijkstra daar) nog maar de vraag, maar geen beurs in Nederland is compleet zonder de aanwezigheid van beeldhouwer Olaf Mooij die als sleutelhouder van deze ruimte aan de Keileweg fungeert en die ondertussen onvermoeibaar zijn eigen werk en dat van enkele collega’s op beurzen presenteert.  

Object Fair
In het recent opgeleverde gebouw de Rotterdam, direct naast de Cruiseterminal, streek designbeurs Object neer. Galeries en kunstenaars namen hun intrek in een leegstaande horeca/winkelruimte, in het atrium van het gebouw en in een aantal appartementen op de dertigste verdieping. Even naar boven toe was natuurlijk een klein feestje (om overigens ook één van de penthouses op verdieping 44 te bezoeken). Meer dan de ruimtes onderin het gebouw boden de appartementen een sterke presentatiecontext, zoals bijvoorbeeld aan de nieuwe galerie The House of Ababa (Witte de Withstraat). Beneden stal Fransje Killaars de show met een kleurrijke installatie, pal tegenover de ingang, aan het einde van de grauwe, betonnen ruimte.  

The Great Last Minute Art Fair
The Great Last Minute Art Fair bood ruimte aan enkele galeries die zich hadden ingeschreven voor de beurs Art at the Warehouse. Deze laatste beurs (die gehouden zou worden in Fenixloods 1 op Katendrecht) ging op het laatste moment niet door. Drie Rotterdamse galeries (Frank Taal, Hommes en NL=US Art) besloten het er niet bij te laten zitten. Zij konden met behulp van woningcorporatie Woonstad een leegstaande drukkerij aan de Schietbaanstraat in gebruik nemen. Dat was behelpen, want deze ruimte bleek allerminst een white cube die voor de presentatie van sterk uiteenlopende kunstwerken van verschillende kunstenaars geschikt is. Geholpen door vijf galeries van buiten de stad wist men er toch een redelijk overtuigende en homogene presentatie van te maken met kunstenaars bekend uit de stal van de deelnemende galeries. Er waren op slimme plaatsen tentoonstellingsschotten van oude deuren getimmerd, loshangende draden en leidingen verwijderd. Met behulp van daglicht en wat spots was er een redelijk ogende presentatie van gemaakt die, naar de galeristen achteraf meldden, nog behoorlijk wat publiek trok.Desalniettemin was deze last minute noodoplossing pijnlijk voor de betrokken galeries. JMR Producties, beheerder van de Fenixloods en ervaren in het organiseren van festivals, hofleverancier van evenementen voor Rotterdam Festivals, heeft misgegokt wat betreft de belangstelling van galeries voor Art at the Warehouse en kreeg daardoor de financiering niet tijdig rond. Terwijl Art Warehouse al lang en breed in de publiciteit van de Rotterdam Art Week was aangekondigd gooide de organisatie noodgedwongen de handdoek in de ring op een voor de betrokken galeries erg laat moment.Maar goed, zo kwam er ruimte op de begane grond van de loods Fenix I beschikbaar voor de Art Tec tentoonstelling die in alles deed denken aan de RAW Expo in dezelfde Fenixloods van 2012. Net als toen ook nu een kollossale, verduisterde ruimte waarin grote kunstwerken oplichten, die bezoekers van de ene naar de andere verwondering loodsen. Kinetische sculpturen (draaiend fietswiel met vishengel), een video-installaties van Art Oral waarbij de bezoeker nota bene werd uitgenodigd mee te zingen (lees: ‘grunten’), installaties van objects trouvé (indien nodig theatraal uitgelicht) werden door curator Kees de Groot welgeordend door de ruige, maar fotogenieke Felixloods verspreid.  

Rotterdamse galeries en kunstenaars op de beurslocaties
Rotterdam Festivals, die met collectieve marketing en transport nuttige hand- en spandiensten verleende, doopte het hele gebeuren tot Art Rotterdam Week. Tijdens deze week hebben negentien Rotterdamse galeries zich kunnen presenteren in de Van Nellefabriek, de Cruise Terminal en aan de Schietbaanstraat. Op de hoofdbeurs in de Van Nelle waren daarnaast ook twee belangrijke Rotterdamse presentatieplekken voor beeldende kunst aanwezig, TENT en Garage Rotterdam. TENT had een tussen de stands verborgen barretjes met kunst, hapjes en bijzondere drankjes. Garage Rotterdam presenteerde twee goede kunstenaars uit zijn lopende tentoonstelling. Ten slotte waren er op de tentoonstelling van het Mondriaan Fonds, met werk van meer dan negentig startende kunstenaars die door dit fonds recent zijn ondersteund, ook Rotterdamse kunstenaars aanwezig. In de catalogus bij deze presentatie onder de titel Prospects & Concepts telden we vijftien kunstenaars die de vermelding “woont en werkt in Rotterdam” meekregen. Al met al een stevige presentatie van Rotterdamse galeries en kunstenaars tijdens de Art Rotterdam Week. 

Site-events. Kunstenaarsinitiatieven in de stad

Rotterdamse kunstenaarsinitiatieven proberen mee te liften met het succes van de kunstbeurzen. Zij haken in op de publiciteitsgolf van de grote beurzen en vragen aandacht voor kunstenaars die (nog) niet door een galerie worden vertegenwoordigd. De weken voor de beurzen werd dan ook druk gefolderd in Rotterdam en omstreken.De prijs voor de meest originele locatie gaat onvoorwaardelijk naar Karin Trenkel. Hoe vaak worden kunstwerken gepresenteerd in een geweldig rommelhok vol hijsbenodigdheden en werktuigen? Onder de titel Verliebte Seefahrer & lachende Künstler had deze Rotterdamse kunstenaar de in de Leuvehaven gelegen stoombok Simson van het Havenmuseum tot haar beschikking gekregen. Benedendeks in de verblijven van de manschappen en in de overvolle technische werkplaats vroegen kunstwerken van tientallen kunstenaars om ontdekt te worden. Een opvallende presentatie rondom het thema van de roes van het verliefd zijn, gemaakt in samenwerking met twee Duitse kunstinstellingen.Je kan wel stellen dat de Duitse taal op het moment salonfähig is in de kunstwereld. Onder de titel Wo meine Sonne scheint presenteerden achttien kunstenaars werk gemaakt voor specifieke locaties op Katendrecht. De locaties waren minder opvallend dan de stoombok in de Leuvehaven, maar het waren zeker geen net-afgewerkte white cubes. Op een schip, op zolders en in oude gebouwen (het SS Rotterdam, Kaap Belvedere in verbouwing, het oude clubhuis in de Tolhuissttraat) was werk neergezet dat ter plekke gemaakt was door kunstenaars uit Nederland en enkele andere Europese landen. Het werk was redelijk consistent: conceptueel, wat zwaar op de hand, niet al te toegankelijk en het locatiespecifieke karakter ontbrak veelal. Veel werk had overal kunnen worden vertoond en het verband met de plek werd niet duidelijk. Een uitzondering was het vrolijke werk Waiting for Jay Jay van de Rotterdamse kunstenaar Sandro Setola. Setola (die ook een mooie one man show had bij galerie Mirta Demare in de Cruise Terminal) verzamelde in het oude clubhuis aan de Tolhuisstraat alle daar nog rondslingerende spullen van de op Zuid en omstreken bekende rapper Big Jay en bracht die verzameling huisraad en kantoorspullen samen in een imposante zuilconstructie in het midden van de ruimte. Jammer genoeg trokken de presentaties op Katendrecht weinig bezoek.Op de Putsebocht, diep in Rotterdam Zuid, verzamelde een groep kunstenaars uit de buurt zich in een expositie van Werklicht onder de naam Born from Paint: een aardige, niet al te pretentieuze tweedaagse presentatie met schilderijen, muziek en performance in een huiskamersetting. Ook hingen zij werk op in ´t Gemaal en in de Dordtsalon, een ruimte aan het begin van de Dordtselaan en nieuwkomer als presentatieplek van beeldende kunst. Meer pretentieus was de kunstroute Route du Nord Light in het Zomerhofkwartier in het Oude Noorden. Route du Nord, een beeldende-kunst event dat elk jaar in de zomermaanden in Noord opduikt presenteerde deze keer eenlight versie waarin lichtkunst centraal stond. De presentatie van deze wintereditie in het Codumgebouw aan de Zomerhofstraat was daarnaast het officiële afscheid van BARKODE, een organisatie die vele jaren heeft bijgedragen aan de Rotterdamse jongerencultuur, vooral aan de Kruiskade. Het verband tussen de getoonde kunst en het afscheid van BARKODE in het nogal rommelig ingerichte gebouw was niet helemaal duidelijk.In Roodkapje aan de Teilingerstraat presenteerde Route du Nord daarentegen wel een fraaie, consistente expositie, samengesteld door gastconservator en galeriehoudster Kiki Petratou (van galerie Joey Ramone, ook prominent aanwezig op de New Art Section op de hoofdbeurs). Een bijzonder aardige tentoonstelling, waarbij de werken keurig gedrapeerd waren rondom een eigen tentoonstelling van Roodkapje met opvallende werk van de Rotterdamse kunstenaar Dennis de Bel. Het werk van De Bel is zo goed dat het eigenlijk meer opviel dan de gastpresentatie van Route du Nord zelf. De jongste Rotterdamse uitgever WORM Parallel University Press maakte ter gelegenheid van De Bels presentatie in Roodkapje een bijzonder vormgegeven boek waarin de artistieke ontwikkeling van deze jonge kunstenaar tussen de jaren 2006 en 2013 aan de orde komt.Het is jammer dat ook Route du Nord Light tijdens deze Art Rotterdam Week weinig publiek trok. De professioneel opgezette tentoonstelling in Roodkapje verdiende meer publieksaandacht. Het is blijkbaar niet zo gemakkelijk om als kunstenaarsinitiatief mee te liften met het succes van de grote beurzen. Ook al ligt een initiatief vlakbij een grote beurslocatie (zoals het project op Katendrecht) toch zal het grote publiek dat al overvoerd is door het aanbod van de beurzen niet zo snel het avontuur zoeken. Kunstenaarsinitiatieven en kunstroutes zouden er wellicht beter aan doen om hun ‘eigen’ publiek in de, wat het kunstaanbod betreft, rustigere zomermaanden op te zoeken en uit te breiden. De reguliere galerie- en atelierroutes in de zomer trekken al redelijk wat publiek en dat publiek is wellicht slimmer aan te spreken, uit te breiden en met elkaar te delen dan in de week dat het publicitaire geweld van de grote kunstbeurzen over Rotterdam rolt. 

Tentoonstellingsaanbod tijdens de Art Rotterdam WeekArt Rotterdam en de alternatieve beurzen trekken veel publiek van buiten de stad, uit binnen- en buitenland. Een goede reden voor musea en andere professionele presentatieplekken van kunst om in te spelen op de komst van een geïnteresseerd publiek naar Rotterdam en om een poging te doen dat publiek ook daadwerkelijk in eigen huis te krijgen. Dat leverde plotsklaps veel goede tentoonstellingen op. Die tentoonstellingen zouden waarschijnlijk zonder Art Rotterdam ook wel plaatsvinden, maar de concentratie op één bepaald moment in het jaar resulteerde in een enthousiaste festivalstemming waarin het goed toeven was in de stad. Nu de Museumacht kort op de Art Rotterdam Week volgt is er gedurende ruim een maand een fantastisch aanbod van prachtige kunsttentoonstellingen. Zeker in die maand doet het kunstaanbod in Rotterdam niet onder voor dat van de grote Europese steden. We schrijven dat hier nog maar eens nadrukkelijk neer, want Rotterdam wil zijn licht nog al eens onder de korenmaat zetten.Het Nederlands Fotomuseum had een Nederlandse première met een nieuw werk van David Claerbout, Highway Wreck uit 2013, een film waarin het spel met de tijd centraal staat. Een foto-opname van een auto-ongeluk van 70 jaar geleden wordt op vernuftige wijze gecombineerd met hedendaagse beelden. De camera beweegt zich door een onmogelijk fotografisch universum en speelt met de tijd die zowel stilstaat als beweegt. Tezamen met twee andere werken van Claerbout en een making of van Highway Wreck, een goede presentatie van een van de belangrijkste mediakunstenaars van dit moment. (Mag je hem nog fotograaf noemen?)

TENT bracht een mooie solo van de Rotterdamse kunstenares Anne Wenzel. In The Opaque Palace geeft de postromantische verbeelding van Wenzel, aldus de begeleidende tekst, aan haar grote keramische werken “een barok karakter dat van elke illusie is ontdaan, [het werk roept] schrikbeelden op van geteisterde helden (…) of schikt een verlepte bos bloemen als eerbetoon aan zaken die ongetwijfeld verloren zijn.” De solo van Wenzel in de bloedmooi ingerichte ruimten van TENT zijn ten minste een genot voor liefhebbers van Wagneriaanse of Mahleriaanse pathos. De tentoonstelling, waarin de schoonheid van het verval centraal staat, is een inspirerend voorbeeld van hoe goed en precies een tentoonstelling ingericht kan worden.

Museum Boijmans Van Beuningen opende met een klassieke tentoonstelling rondom het driemanschap Rosso, Brancusi en Man Ray. De beeldhouwer Rosso kennen we hier nauwelijks en bij het werk van Brancusi hebben we eerder de context van Museum Kröller-Müller in gedachten, maar het verband dat Boijmans tussen deze drie kunstenaars legt door hun gebruik van fotografie overtuigt en maakt wat een klassieke en wellicht wat saaie kunsthistorische tentoonstelling had kunnen worden tot een spannende gebeurtenis. Het is ontroerend om te zien hoe beeldhouwer Rosso blijft knippen en plakken met kleine afdrukjes van opnames van zijn werk, zoekend naar de beste atmosfeer om zijn sculpturen te presenteren; hoe Brancusi in zijn atelier de werken blijft verslepen alsof het om een theaterpodium gaat waarop de werken zich collectief aan het publiek moeten presenteren.

De Kunsthal ging na een verbouwing net op tijd open om te kunnen profiteren van de beurzen en Het Nieuwe Instituut kon met de naam Erwin Olaf geheel op eigen kracht een verband leggen met de Art Week (werk van Olaf was elders in de stad te koop op de RAW Art Fair). Witte de With bracht een tentoonstelling onder de titel The Crime Was Almost Perfect. Gastconservator Cristina Ricupero (“unafraid of adressing the darker side of human nature”, zoals Witte de With haar aanprijst), liet daarin werk zien van veertig kunstenaars die geïnteresseerd zijn in de esthetica van misdaad.  

Eerbetoon aan een avenueDe organisatie Sculpture International Rotterdam (SIR, die de belangrijke buitenbeelden in de stad beheert) buigt zich al enkele jaren over de Coolsingel. De singel werd voor de tentoonstelling Eerbetoon aan een avenue door SIR eufemistisch ontheven van haar imago als bekendste autoweg van Rotterdam. Al vanaf 2008 is de stadsboulevard speerpunt in het beleid van Sculpture International, omdat – zo is te lezen in de bij de manifestatie behorende brochure – wel veertien beelden op en nabij de Coolsingel staan en er al jaren plannen worden gemaakt om deze straat eens goed aan te pakken. Enkele jaren geleden presenteerde de organisatie nog films in een klein filmzaaltje nabij het Hofplein, nu werden ruim een maand (in de periode vanaf het International Filmfestival Rotterdam tot en met de Art Rotterdam Week) films in de buitenlucht vertoond.Dat ging helaas niet in alle gevallen goed. Een prachtige film van de Albanees Adrian Paci was praktisch niet te zien door een te veel aan bouwlicht van de nieuwe Saturnvestiging (Cool63) in aanbouw. Der rechte Weg, een bekende museumhit van het kunstenaarsduo Fischli & Weiss, was met zijn 52 minuten en een onzinnige locatie bij de entree van het Stadhuis toch echt te lang en te gecompliceerd om midden in de winter buiten te vertonen. Beirut van Mark Lewis, recent nog in een prachtige projectie te zien in de zalen van het Eindhovens Van Abbemuseum, kreeg het onrustige en opdringerige bakstenen raster van C&A als projectievlak en kon daardoor de aandacht ook niet lang vasthouden.Daar stonden enkel geslaagde interventies tegenover: Erik van Lieshout bij de entree van de McDonalds was qua sfeer raak getroffen (dat is precies de wereld waarin Van Lieshout filmt), evenals de animatiefilm van Han Hoogerbrugge op het Atlantahotel die voetgangers en fietsers voor het stoplicht verblijdden met eindeloos achter elkaar aanjagende tekenfilmfiguren. Een andere film van Lewis, niet in Eindhoven getoond, speelde met de dubbelzinnigheid van de weerkaatsing van etalageramen en was goed op zijn plaats in een winkeletalage. De keuze van een oudere zwart-witfilm van John Smith was inhoudelijk een vondst en werd mooi vertoond op de poppenkast aan het Binnenwegplein. Helaas moesten in de loop van de maand nog drie films verhuizen naar het Hiltonhotel, waar er al twee werden geprojecteerd. Hierdoor leek de hele manifestatie vooral een eerbetoon aan het Hilton te worden, terwijl toch de Coolsingel juist centraal had moeten staan.De organisator schrijft in de tentoonstellingsgids: “Met deze openluchttentoonstelling brengt SIR opnieuw een eerbetoon aan deze complexe centrumboulevard die een groot potentieel bevat aan mogelijke nieuwe zingeving; een boulevard vol mythes, verhalen, indrukwekkende momenten, kunstwerken en utopische visies voor de toekomst.” Dat is nogal een pretentie, omdat in de getoonde films maar zelden deze gelaagdheid resoneerde. De Coolsingel bleek vooral een lastige locatie voor een efemere kunstvorm als film. Het is nog steeds de vraag wat film en Coolsingel uiteindelijk met elkaar te maken hebben. Ook dit tweede filmevenement van Sculpture International op de Coolsingel (na het filmhuisje van enkele jaren geleden) getuigde uiteindelijk niet echt van het grote potentieel aan nieuwe zingeving die de Coolsingel kan bieden. 

De groei van Art Rotterdam Week
De editie 2014 van de beursweek kan de geschiedenis ingaan als het jaar waarin de Rotterdamse kunstbeursweek definitief veranderde. Meer dan de voorgaande 14 edities spreidde het evenement zich uit over de stad. Ondanks dat een initiatief als Art at the Warehouse dit jaar niet voortgezet kon worden, kon de beursweek niet alleen flink groeien, maar werd het aanbod meer divers dan ooit tevoren. Vergeleken met 2014 was de Art Week tot voor enkele jaren een geïsoleerde kunstbeurs; gericht op een incrowd publiek dat zich oriënteerde op vooruitstrevende, conceptuele kunst; niet op de liefhebber van toegankelijke olieverfwerkjes om boven de bank te hangen. Nu worden beide groepen bediend.In de beginjaren was het aanbod vooral afkomstig van Nederlandse galeries met weinig internationale bekendheid. Bovendien viel er buiten de contreien van de Cruise Terminal weinig van te merken. Dit is de laatste jaren erg veranderd. Pasten voorheen de musea hun tentoonstellingsprogramma zelden aan, tegenwoordig wordt flink uitgepakt met tal van openingen. Daarnaast zijn onder de vlag van de Art Week vele tentoonstellingen in vele delen van de stad te vinden. Niet altijd geslaagd, maar toch…Een belangrijk kantelmoment wordt gemarkeerd door het initiatief van Bob Smit, die vanaf februari 2012 de RAW Art Fair introduceerde. Van een tweede beurs, waar de voor de hoofdbeurs afgewezen galeries zich alsnog konden presenteren, is RAW uitgegroeid tot een geloofwaardige autonome beurs met een eigen aantrekkingskracht. Deze status werd dit jaar meer dan ooit bevestigd door de verplaatsing naar de Cruise Terminal; de voormalige verblijfplaats van de hoofdbeurs, die dit jaar zelf verhuisde naar de Van Nellefabriek. De grote afstand tussen beide locaties en de moeizame bereikbaarheid van de Van Nelle met het openbaar vervoer bleken geen probleem voor het publiek. Beide beurzen konden rekenen op veel bezoekers met zo’n 21.500 voor Art Rotterdam en 15.000 voor RAW.De Rotterdam Art Week stond al langer voor meer dan die paar beursdagen van Art Rotterdam. Vanaf dit jaar lijkt het evenement zelfs tot zoiets als een kunstfestival uit te groeien. Hoewel alle manifestaties die er onderdeel van zijn geworden maar een paar dagen duren, impliceert de aanduiding ‘Week’ treffend dat het momentum langer is. Naast het Film Festival en het North Sea Jazz Festival blijkt de Art Week een groeibriljant, die gestaag Rotterdam op de kaart kan zetten als gerenommeerde internationale kunststad. Maar zover is het nog niet.Een wezenlijk festival kan de stad laten bruisen. Art Tec had weliswaar een sculptuur in de (toch al) rommelige hal van het Centraal Station laten plaatsen en op vele plaatsen in de stad hingen bordjes over wat er te doen was…helemaal aan de andere kant van het water en ergens in de Spaanse Polder. In het centrum van Rotterdam was nog net iets te weinig te merken van een art buzz.Ter verdediging van de locatiekeuzen voor de randen van het centrum: de meest gerenommeerde kunstbeurzen van de wereld presenteren zich in de periferie van hun gaststeden (Bazel, New York, Maastricht) en wie zit er te wachten op zoiets als een RAW Art Burger in Dudok? 

Los van de positieve effecten voor de stad heeft deze intensieve Art Rotterdam Week nog een groot belang voor kunstenaars en publiek. De verbinding die de beurzen, musea en tentoonstellingslocaties hebben gelegd tussen topkunst en jonge kunst, tussen Rotterdamse en buitenlandse kunstenaars is van groot belang. Kunst groeit, ontwikkelt zich permanent omdat kunstenaars elkaars werk zien en beoordelen. Door de jonge kunstenaars die het Mondriaan Fonds laat zien naast de gerenommeerde internationale kunstenaars in de stands van de beurs krijgen wij als publiek de mogelijkheid te vergelijken, ontwikkelingen en tendensen te zien. Zo kunnen we Nederlandse kunst vergelijken met die uit de rest van de wereld; jonge kunst naast het werk van rijpere kunstenaars beoordelen, aankomend talent naast gerijpt talent bewonderen. Art Rotterdam, RAW en de andere manifestaties tijdens de Art Rotterdam Week staan niet alleen voor markt, geld en commercie, maar ook voor vergelijking, voor esthetische ontwikkeling en vooral voor artistieke groei. —AW & HB

Misschien vind je dit ook leuk