Kunst

Afrikaanderwijk Coöperatie: de kunst van het verbinden

Sinds 2008 is kunstenaar Jeanne van Heeswijk actief in de Afrikaanderwijk. Een reeks van activiteiten kwam uit haar koker, zoals de Wijkkeuken van Zuid, een mode-atelier in de Wijkwinkel, een Wijkwaardenhuis, de Markt van Morgen en nu de start van een breed opgezette Afrikaanderwijk Coöperatie. Onderzoeker Jeannette Nijkamp brengt de activiteiten van Van Heeswijk in kaart en sprak met betrokkenen over de mogelijkheden van de Wijkcoöperatie.
Door
Jeanette Nijkamp

Op 4 september vond in TENT de opening plaats van de manifestatie The Value of Nothing, samengesteld door Jesse van Oosten en Michel van Dartel. The Value of Nothing is het resultaat van onderzoek naar verschuivingen in het denken over het begrip waarde en economie, en de rol die kunst hierin kan spelen. Als gevolg van de economische crisis is de behoefte aan andere invullingen van het begrip waarde en andere vormen van economische uitwisseling steeds urgenter geworden. The Value of Nothing presenteert het werk van kunstenaars die reflecteren op onze huidige economieën en waardesystemen of zich richten op alternatieven daarvoor. Een van de tentoongestelde werken betreft ‘Afrikaanderwijk Coöperatie, Acts of balance’ van beeldend kunstenaar Jeanne van Heeswijk. Het kunstwerk verbeeldt de recent opgerichte Wijkcoöperatie in de Afrikaanderwijk en bestaat uit een mobiel met lichtbakken die de verschillende krachtenvelden symboliseren die elkaar binnen deze Wijkcoöperatie in evenwicht houden.

Hoewel coöperatieve vormen van samenwerking niet nieuw zijn, lijkt hier de laatste jaren een toegenomen belangstelling voor te bestaan, getuige de recente oprichting van coöperaties op allerlei gebieden, zoals ouderenzorg en energievoorziening. Daarnaast zijn in Nederland inmiddels wijkcoöperaties opgericht in verschillende wijken, waaronder de Afrikaanderwijk. De oprichting van de Afrikaanderwijk Coöperatie is geïnitieerd door stichting Freehouse die sinds 2008 actief is in de Afrikaanderwijk. Beeldend kunstenaar Jeanne van Heeswijk is initiatiefneemster van deze stichting, die zich richt op het stimuleren van cultuurproductie en economische zelfstandigheid door werkplaatsen op te zetten waar lokale ondernemers, jongeren en kunstenaars kennis, ervaringen en ideeën uit kunnen wisselen. Het doel is enerzijds hun economische positie te versterken en anderzijds hun sociaal-culturele zelfbewustzijn te vergroten. Freehouse hanteert hierbij een brede definitie van het begrip cultuur, namelijk al datgene waarmee mensen uiting geven aan hun eigen culturele identiteit.

In 2008 is Freehouse in de Afrikaanderwijk begonnen met het opstarten van verschillende projecten waarbij kunstenaars werden gekoppeld aan lokale producenten. Hierbij werd een aantal opdrachten gegeven aan kunstenaars en ontwerpers. Verschillende van deze opdrachten hadden betrekking op de productie van mode in samenwerking met lokale naaisters. Een van de betrokken kunstenaars is designer Cindy van den Bremen. In het project ‘Suit it Yourself’ ging zij aan de slag met de vraag hoe met materialen van de Afrikaandermarkt producten kunnen worden ontwikkeld die in de Afrikaanderwijk kunnen worden geproduceerd, met als nevendoelstellingen de ontwikkeling van talenten en het uit hun isolement halen van wijkbewoners. Over dit project vertelt Cindy: “Het moest heel laagdrempelig en makkelijk te maken zijn. Dus ik had bolero’s die ik had gemaakt van sjaals. Je klapt de sjaal dubbel, je naait mouwtjes erin en je rijgt er een lint doorheen, waardoor je een bolero hebt die je op allerlei manieren kunt dragen, bijvoorbeeld als hoofddoek, maar ook als sjaal.” In haar zoektocht naar wijkbewoners die deze bolero’s konden maken kwam Cindy terecht bij verschillende reeds bestaande naai- en handwerkgroepen in onder andere de moskee en buurthuis De Arend. Eerst heeft zij uitgebreid geïnvesteerd in het opbouwen van een relatie met de deelnemers aan deze groepen. Zij vertelt hierover: “Ik ben gewoon mee gaan naaien. Ik heb allerlei Turkse borduurtechnieken geleerd. En dan zijn ze allemaal heel nieuwsgierig. Dan ga je vertellen wat je aan het doen bent, zo bouw je iedere week vertrouwen op.” Vervolgens is zij met deze naaigroepen de bolero’s gaan maken en later ook andere producten. Deze werden verkocht in een marktkraam die werd bemand door de naaisters en medewerkers van Freehouse.

In 2009 bood woningcorporatie Vestia Freehouse een bedrijfspandje aan op de Pretorialaan. Freehouse heeft toen in dit gebouw het Wijkatelier op Zuid opgericht en de naaisters uit de verschillende naaigroepen hier samengebracht. Naast de productie van mode en accessoires zoals tassen werden hier ook naailessen gegeven tegen een kleine vergoeding. Enkele jaren later verhuisde het Wijkatelier naar het huidige pand in de Paul Krugerstraat. In de afgelopen jaren hebben de medewerkers aan allerlei opdrachten gewerkt, waaronder opdrachten van modestudenten aan de Willem de Kooning Academie die hier hun eindexamencollectie lieten naaien. Volgens Farida Moultmar, zelf afgestudeerd aan de modeacademie in Brussel en coördinator van het Wijkatelier, was een van de hoogtepunten een opdracht voor Jean Paul Gaultier: “Daar hebben we een prachtig korset voor gemaakt. We moesten een kopie van zijn korset maken. We hebben natuurlijk wel het idee gehouden hoe het korset eruit ziet en hoe de vorm is, maar we hebben zelf onze eigen talenten erin verwerkt.” Het korset werd vervolgens tentoongesteld op diverse plaatsen, waaronder de Kunsthal. Ook heeft het Wijkatelier de kleding verzorgd voor verschillende catwalk shows. Een van deze shows vond in maart plaats bij de opening van het nieuwe Centraal Station in Rotterdam, op het plein voor het station. Momenteel werken de medewerkers van het Wijkatelier aan een opdracht voor bedrijfskleding voor het Van Abbemuseum in Eindhoven; hiervoor worden 100 speciaal ontworpen jasjes gemaakt. Ook de stof voor deze opdracht is speciaal ontworpen en wordt geweven in het Tilburgse Textielmuseum.

Verder heeft Freehouse in 2010 de Wijkkeuken van Zuid opgericht, om vrouwen te stimuleren van koken hun beroep te maken. De Wijkkeuken is gevestigd in het Gemaal op Zuid, dat uitkijkt op het Afrikaanderplein waar elke woensdag en zaterdag markt wordt gehouden. In de Wijkkeuken bereiden vrouwen uit de Afrikaanderwijk met verschillende culturele achtergronden met elkaar maaltijden met lokaal gekochte ingrediënten. De keuken verzorgt caterings, zowel in het Gemaal als op locatie. Tevens worden er op marktdagen maaltijden geserveerd in het Gemaal of op het terras achter de Wijkkeuken. Verder ontwikkelt de Wijkkeuken een eigen productlijn waaraan verschillende medewerkers bijdragen. Deze productlijn bestaat uit diverse producten, waaronder chutneys met Pakistaanse kruiden en Marokkaanse koekjes. Deze producten worden in verschillende Rotterdamse winkels verkocht.

Zowel de Wijkkeuken als het Wijkatelier biedt wijkbewoners mogelijkheden om hun talenten te ontwikkelen en deze met elkaar te delen. Sinds de oprichting van het Wijkatelier hebben ongeveer 100 mensen naailessen gevolgd. Verder hebben ongeveer twintig vrouwen en enkele mannen bijgedragen aan de realisatie van diverse opdrachten. Voor de Wijkkeuken werken ongeveer acht vaste medewerkers. De medewerkers van de Wijkkeuken en het Wijkatelier die een uitkering hebben krijgen een maandelijkse vrijwilligersvergoeding van 120 euro voor hun inspanningen. Sommige anderen worden als ZZP-er betaald. Enkele vrijwilligers hebben dankzij hun ervaring bij de Wijkkeuken een betaalde baan elders gevonden. De medewerkers van het Wijkatelier en de Wijkkeuken hebben allerlei culturele achtergronden. Vanwege deze diversiteit spreken zij allemaal Nederlands, dus het Wijkatelier en de Wijkkeuken bieden hun een mogelijkheid hun taalvaardigheid te verbeteren. Verder hebben de vrouwen ook meer zelfvertrouwen gekregen, zoals Aicha el Fassi, coördinator van de Wijkkeuken, signaleert: “Ik heb echt mensen zien veranderen, mensen die heel schuw waren en niet durfden te praten. Van één vrouw dacht ik dat zij geen Nederlands sprak. Op een gegeven moment, toen ik haar beter leerde kennen en ze gewoon meer zelfvertrouwen kreeg, bleek dat ze wel Nederlands sprak. Ze kan zich eigenlijk goed redden.”

In het begin van 2013 heeft Freehouse het Wijkwaardenhuis gestart in het Gemaal; dit project heeft bijna een jaar gedraaid. Het Wijkwaardenhuis diende als etalage voor alles wat er in de wijk gemaakt wordt en te koop is. Daarnaast bood het een podium voor allerlei activiteiten, variërend van talk shows en debatten over wijkwaarden tot danslessen. Gedurende dit jaar werkte Freehouse aan de voorbereiding van de Wijkcoöperatie Afrikaanderwijk. Deze werd opgericht in november 2013. Tijdens het driedaagse symposium ter afsluiting van het Wijkwaardenhuis dat in januari 2014 plaatsvond, werd de Wijkcoöperatie gelanceerd als een netwerkorganisatie voor individuele bewoners, ondernemers en organisaties. “De ambitie van de Wijkcoöperatie is om een vorm van radicale zelforganisatie en zelfbestuur in de Afrikaanderwijk op te zetten, waarbij de grotere kapitaalflows die op het gebied worden losgelaten, op een andere manier intern worden gedistribueerd, en om dat coöperatief te doen”, aldus Jeanne van Heeswijk. Er komt veel geld op het gebied af, maar doordat er een hele tussenlaag is van allerlei bureautjes, uitvoerende organen en dergelijke lekt er veel geld weg uit de wijk. Met de Wijkcoöperatie kan worden gefaciliteerd dat geldstromen die in de Afrikaanderwijk komen, binnen de wijk worden gehouden, opdat deze ook ten goede komen aan de wijk. Als gevolg van de crisis, maar ook door regelgeving vanuit de overheid met betrekking tot bijvoorbeeld aanbesteding vindt schaalvergroting plaats. De kracht van de Afrikaanderwijk zit echter in kleinschalig ondernemerschap, in kleinschalige, op talent gebaseerde ontwikkeling. Daarom is het volgens Jeanne van Heeswijk belangrijk de kleinschaligheid in de Afrikaanderwijk te versterken door allerlei kleine initiatieven met elkaar te verbinden. Zo kan er in de wijk een nieuw schaalniveau ontstaan dat groot genoeg is om aan te sluiten bij de actuele ontwikkelingen van schaalvergroting. Door een netwerk te creëren van lokale kleinschalige initiatieven kan een grotere en meer kapitaalkrachtige slagkracht van het gebied worden gerealiseerd, zodat bijvoorbeeld kleine ondernemers ook mee kunnen doen met een aanbestedingsprocedure.Een ander voorbeeld van hoe winkeliers in de Afrikaanderwijk kunnen profiteren van de Wijkcoöperatie is door het gezamenlijk via de Wijkcoöperatie inkopen van diensten zoals energie. Voor de individuele winkeliers kan dit een besparing opleveren oplopend tot een derde van het bedrag dat zij nu betalen. Daarnaast ontvangt de Wijkcoöperatie een bedrag van de energieleverancier voor het aanbrengen van winkeliers. Naast energie kan de Wijkcoöperatie ook allerlei andere zaken collectief regelen, zoals verzekeringen, certificeringen en pay-rolling van personeel. Op deze wijze kunnen de winkeliers veel geld besparen. Om gebruik te kunnen maken van de gezamenlijke inkoop van energie en andere diensten moeten de winkeliers lid worden van de Wijkcoöperatie. Zij betalen hiervoor geen lidmaatschapsbijdrage, maar moeten wel ten minste één dienst van de Wijkcoöperatie afnemen.

De Afrikaanderwijk Coöperatie is opgezet met het doel om winst te maken. 50 procent van deze winst wordt naar rato van de geleverde inspanning verdeeld onder de leden. Van de overige 50 procent is de helft bestemd voor het versterken van de Wijkcoöperatie, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van nieuwe diensten en het bekostigen van scholings- en certificeringstrajecten voor wijkbewoners die via de Wijkcoöperatie werken. De overige 25 procent wordt besteed aan sociaal-culturele activiteiten ten behoeve van de Afrikaanderwijk. Op deze manier wordt gezorgd dat het geld dat in de wijk wordt gegenereerd ook weer ten goede komt aan het gebied.

De Wijkcoöperatie bestaat uit verschillende sub-coöps. Een van deze sub-coöps houdt zich bezig met de ontwikkeling van diensten, zoals de gezamenlijke inkoop van energie. Een andere sub-coöp, de Werkcoöperatie, faciliteert allerlei zaken ten behoeve van betaald werk voor bewoners van de Afrikaanderwijk, waaronder het in dienst nemen of payrollen van personeel. Payrollen is vergelijkbaar met hoe een uitzendbureau werkt met als belangrijk verschil dat de winst niet wegvloeit naar de aandeelhouders en het management van het bureau, maar in de wijk blijft. Er wordt aan gewerkt om een aantal medewerkers van zowel de Wijkkeuken als het Wijkatelier die tot nu toe een vrijwilligersvergoeding voor hun inspanningen krijgen via de Werkcoöperatie te payrollen. De mensen die via de Werkcoöperatie werken zijn hier lid van, dus als de Wijkcoöperatie winst maakt krijgen zij een deel van de winst.

In de afgelopen jaren heeft het Gemaal een belangrijke rol gespeeld bij de activiteiten van Freehouse. Sinds 2010 is hier de Wijkkeuken gevestigd en gedurende 2013 was dit de locatie van het Wijkwaardenhuis. Momenteel worden de verschillende ruimten in dagdelen verhuurd aan diverse organisaties die hier een bijeenkomst of activiteit organiseren. Ook vinden er regelmatig caterings van de Wijkkeuken plaats. De Wijkcoöperatie wil het Gemaal blijven gebruiken als een soort wijkonderkomen, een plek in de wijk die deels wordt verhuurd en daarnaast gratis kan worden gebruikt voor activiteiten door allerlei groepen uit de wijk.

Jongeren zijn een belangrijke doelgroep van de Wijkcoöperatie, daarom wordt er een aparte sub-coöp opgericht speciaal voor jongeren. Deze Jongerencoöperatie is primair gericht op het organiseren van scholing en betaald werk. Ali Osman Safak, bestuurslid van de Werkcoöperatie en al enige tijd betrokken bij diverse activiteiten van Freehouse, houdt zich intensief bezig met het opzetten van deze Jongerencoöperatie. In de afgelopen maanden heeft hij overleg gevoerd met woningcorporatie Vestia over het opzetten van een schoonmaakdienst vanuit de Jongerencoöperatie om jongeren uit de wijk die geen diploma of werk hebben aan het werk te helpen. Met als eerste resultaat de ondertekening van een proefcontract voor het aanstellen van een jongere uit de Afrikaanderwijk voor het schoonmaken van portieken van panden van Vestia. Deze jongere krijgt vanuit de wijkcoöperatie ook een scholings- en begeleidingstraject.

Naast zijn inspanningen op het gebied van het realiseren van banen houdt Ali zich ook bezig met sociaal-culturele activiteiten voor en door jongeren. Een van deze activiteiten is ‘I Speak’ dat op elke laatste vrijdag van de maand plaatsvindt in het Gemaal. ‘I Speak’ biedt een podium aan talentvolle jongeren die iets doen met spoken word zoals comedians, dichters en zangers. Het programma wordt voor de helft ingevuld door professionals en voor de andere helft door amateurs, met als achterliggende gedachte dat de amateurs hun talenten ontwikkelen door mee te liften met de professionals.

Een aanzienlijk deel van de 70 winkeliers in de Afrikaanderwijk heeft moeite om het hoofd boven water te houden; daarom is het voor hen van belang dat hun kosten zo laag mogelijk zijn. Hoewel de Wijkcoöperatie zich hiervoor inspant en inmiddels een concrete mogelijkheid heeft gecreëerd om collectief energie in te kopen tegen een lager tarief kost het veel moeite en tijd om de winkeliers te overtuigen van het nut dat de Wijkcoöperatie voor hen kan hebben. Hoewel Freehouse gedurende de afgelopen jaren een goede relatie heeft opgebouwd met veel winkeliers vinden de meesten van hen de Wijkcoöperatie een ingewikkeld concept. Radjesh, die een jaar geleden als vrijwilliger bij Freehouse begon en inmiddels werkzaam is voor de Wijkcoöperatie, gaat daarom regelmatig bij de winkeliers langs. Hij vertelt: “Eerst moet je de winkeliers overtuigen dat de Wijkcoöperatie iets beters kan aanbieden. Daarna duurt het nog een tijd voordat je echt dat vertrouwen hebt, zodat zij een machtiging ondertekenen om de energieleverancier hun energieverbruik te laten inzien. Vervolgens heeft de Wijkcoöperatie met verschillende leveranciers onderhandeld over het tarief.” Inmiddels heeft de Wijkcoöperatie een raamovereenkomst afgesloten met een van de leveranciers. De volgende stap is elke individuele winkelier te laten zien hoeveel deze kan besparen, waarna deze kan beslissen al dan niet mee te doen. Winkeliers die meedoen dienen vervolgens lid te worden van de Wijkcoöperatie; dit lidmaatschap is gratis.

Naast het overtuigen van winkeliers van het belang dat lidmaatschap van de Wijkcoöperatie voor hen kan hebben, ligt er ook een uitdaging op het gebied van het realiseren van continuïteit binnen de Wijkcoöperatie opdat Freehouse in de toekomst meer naar de achtergrond kan treden. Freehouse heeft de oprichting van de Wijkcoöperatie geïnitieerd en is lid geworden. Op dit moment speelt Freehouse nog een belangrijke rol als trekker van de Wijkcoöperatie en de sub-coöps, maar in de toekomst wil Freehouse vooral een monitorende rol vervullen. Op dit moment werkt Freehouse aan het opbouwen van capaciteit binnen de Wijkcoöperatie, waaronder de dagelijkse leiding. Hiervoor wordt iemand uit de Afrikaanderwijk als directeur aangesteld.

Freehouse is vanaf het begin sterk gericht geweest op het stimuleren van cultuurproductie en economische zelfstandigheid, onder meer door het initiëren van projecten waarin kunstenaars werden gekoppeld aan lokale producenten. Uit deze projecten zijn het Wijkatelier en de Wijkkeuken voortgekomen; beide organisaties zijn inmiddels lid van de Wijkcoöperatie. De focus van de Wijkcoöperatie ligt echter op het creëren van werkgelegenheid en het binnen de wijk houden en benutten van geldstromen, niet zozeer op de productie van cultuur. Dit roept de vraag op welke rol kunst en cultuur nog spelen binnen de Wijkcoöperatie.

De meeste nieuwe diensten en activiteiten die de Wijkcoöperatie momenteel opzet, zoals de collectieve inkoop van energie en het schoonmaakcontract met Vestia, hebben niet direct een link met kunst en cultuur. Binnen het Wijkatelier zijn kunst en de productie van cultuur echter nog steeds prominent aanwezig, want het Wijkatelier wordt regelmatig door ontwerpers benaderd met een opdracht. Veelal zijn deze ontwerpers afkomstig uit het gedurende de afgelopen jaren door Freehouse opgebouwde netwerk. Een deel van deze ontwerpers gebruikt het Wijkatelier voor het realiseren van een proefproductie. Dit wordt gedaan als de stap naar echte productie nog te groot is, maar de ontwerper al wel iets grotere aantallen wil laten produceren. Cindy van den Bremen signaleert dat de betrokken vrouwen door het Wijkatelier een professionaliseringsslag hebben gemaakt en ziet mogelijkheden voor verdere ontwikkeling: “Dat zijn kansen die niet alleen aan het Wijkatelier ten goede komen, maar ook aan de Rotterdamse maakindustrie die heel erg aansluit bij de mentaliteit van Rotterdam.”

Ook binnen de Wijkkeuken speelt de productie van cultuur nog steeds een rol, getuige de door de Wijkkeuken opgezette productlijn die door de medewerkers steeds verder wordt ontwikkeld. Verder hebben kunst en cultuur een plaats binnen het sociaal-culturele programma van de Wijkcoöperatie, bijvoorbeeld in ‘I Speak’. Activiteiten zoals ‘I Speak’ sluiten aan bij het gedachtegoed van Freehouse waarin naast betaald werk ook veel belang wordt gehecht aan het bieden van mogelijkheden aan wijkbewoners om uiting te geven aan hun culturele identiteit en aan het stimuleren van culturele productie. Jeanne van Heeswijk licht toe: “Binnen de Wijkcoöperatie proberen wij kleinschalige kwaliteiten, persoonlijke waarden serieus te nemen en een plek te geven. Het is natuurlijk super cool om een fee te krijgen voor een spoken word-optreden. Maar het werk dat er op dit moment voor die jongeren is, is schoonmaken. Echter, de winst die de Jongerencoöperatie maakt op die schoonmaakbaan genereert ook de mogelijkheid voor deze jongeren om dat podium in het Gemaal gratis te kunnen gebruiken.” Verder zijn inmiddels verschillende culturele organisaties uit de Afrikaanderwijk lid van de Wijkcoöperatie. De Wijkcoöperatie kan straks ook een opdracht geven aan zo’n instelling om een stukje van het culturele programma in te vullen.

Al met al kan worden geconcludeerd dat, hoewel de focus van de Wijkcoöperatie in de eerste plaats is gericht op het creëren van mogelijkheden voor betaald werk, kunst en cultuur ook binnen deze coöperatie een zichtbare rol spelen. Ook biedt de Wijkcoöperatie mogelijkheden om deze rol uit te bouwen. Een belangrijke randvoorwaarde voor het waarborgen en uitbouwen van de rol van kunst en cultuur binnen de Wijkcoöperatie is het regelmatig showcasen van wat er binnen de Wijkcoöperatie wordt gedaan, bijvoorbeeld door middel van tentoonstellingen. Tot nu toe werd dit gedaan door Freehouse. Nu Freehouse meer op de achtergrond gaat treden, is het overnemen van deze taak een belangrijk aandachtspunt voor de Wijkcoöperatie. Door steeds weer zichtbaar te maken wat bijvoorbeeld de waarde is van de uiteenlopende technieken die de vrouwen van het Wijkatelier beheersen, kunnen nieuwe opdrachtgevers voor het Wijkatelier worden binnengehaald. Dat kan weer leiden tot nieuwe artistieke impulsen en verdere professionalisering.JN

Misschien vind je dit ook leuk